Buiten spelen is gezond
De buitenlucht maakt je kind hongerig en zorgt voor de aanmaak van melatonine zodat er beter wordt geslapen. In de speeltuin leren kinderen omgaan met elkaar en ze oefenen hun motorische vaardigheden. En buitenspelen is ook gewoon leuk!
Ook voor Jens; lekker rennen en klimmen. In de speeltuin is hij dol op de glijbaan, klimrekken en de draaiton: lekker zitten en rondjes draaien.
Maar buitenspelen met Jens is net even anders..
Heb ik alles?
Als ik met Jens naar buiten ga, moet ik vooraf al goed nadenken over wat ik mee moet nemen. De noodmedicatie moet mee voor wanneer Jens een epileptische aanval krijgt, want die komt altijd onverwacht.
Ook de wandelwagen moet mee. Want Jens kan rennen en lopen, alleen kan hij zichzelf niet veilig houden. Hij ziet geen gevaar en rent zomaar de weg op. Gewoon uit enthousiasme.
Dus onderweg naar de speeltuin zit Jens in de wandelwagen, zodat ik hem makkelijker veilig kan houden. Daarnaast heeft Jens een lagere spierspanning en is hij snel moe en overprikkeld, dus de wandelwagen is voor hem ook een fijn plekje om uit te rusten nadat hij lekker heeft gespeeld in de speeltuin.
Rustig op een bankje
Waar andere ouders rustig op een bankje zitten of de kinderen alléén buiten laten spelen, ren ik altijd achter Jens aan. Altijd alert op een epileptische aanval, of klaar om hem in zijn kraag te grijpen als hij de speeltuin probeert te verlaten.
Ik verlies hem letterlijk geen seconde uit het oog en kan dus niet rustig even zitten..
Even slikken
Jens vindt het geweldig om te kijken naar hoe andere kindjes spelen!
Maar… het blijft bij kijken. Jens zit nog niet in de fase van samen spelen, ook al is bij al bijna 5 jaar..
‘Hij lijkt op mijn neefje! Die is autistisch en kan niet praten!’. Ik slik even. ‘Ja, Jens is ook autistisch en praat inderdaad nog niet zo goed als jij.’
De eerlijkheid van kinderen. Het jongetje heeft gelijk. Hoe ouder Jens wordt, hoe duidelijker het wordt dat Jens anders is dan zijn leeftijdsgenootjes.
Ik probeer dan uit te leggen dat Jens op een andere manier speelt dan hij, maar dat Jens het wel heel leuk vindt als je probeert om contact met hem te maken. Of als je de bal naar hem gooit. Hij kan hem niet teruggooien, dus dat leg ik dan ook nog even uit.
Verplicht samen spelen
‘Ik vind het belangrijk dat mijn kind leert dat niet alle kinderen hetzelfde zijn, dus hij/zij moet gewoon even met Jens spelen’ hoorde ik laatst een ouder zeggen.
Ik weet nog niet wat ik hiervan vind. Het is goed bedoeld, maar ik heb altijd het gevoel dat spelen met Jens opeens een leermomentje is voor hun kind. Mijn kind is geen project! Maar ja, misschien had ik hetzelfde gezegd als ik in hun schoenen stond. En dan had ik mezelf waarschijnlijk ook nog eens zeer pedagogisch verantwoord gevoeld..
‘Ik vind het helemaal niet leuk dat Jens er is, ik wil gewoon kunnen voetballen met iemand’. Deze doet denk ik het meeste pijn. Een leeftijdsgenootje wat zich in moet houden omdat Jens niet weerbaar is tegen een bal. En inhouden tijdens het spelen is gewoon niet leuk, dat snap ik ook wel. Maar pijnlijk is het voor mij als moeder wel.
Zorgeloos
Je ziet de verschillen tussen Jens en de andere kinderen steeds groter worden nu Jens ouder wordt.
Waar andere kinderen achter elkaar aan rennen, stoeien, voetballen en fantasiespel spelen, zit Jens in zijn eigen wereldje. Heel lief, maar niet weerbaar tegen andere kinderen of een bal die zijn kant op komt.
En dan maak ik mij even zorgen over de toekomst. Hoe zal hij dan buitenspelen? Past hij later nog steeds op de glijbaan? Hoe kijken kinderen naar hem? Wat zullen ze zeggen?
Laatst was ik in de speeltuin waar ook een stuk of 5 leeftijdsgenootjes waren. Ruziënd om een bal met een boze moeder erbij.
Toen keek ik naar Jens. Hij was aan het klimmen en glijden; hij had geen idee van de ruzie om hem heem. Heerlijk zorgeloos in zijn eigen onschuldige wereldje.
Wat ben ik toch trots op dit lieve mannetje.