De feestdagen zijn anders dan anders. ‘Even lekker niks’, hoor ik je denken. Maar voor jouw kind met (kenmerken van) autisme, is ‘even niks’ niet ‘lekker’. Want dagen waarbij het programma niet is ingevuld, geven te weinig houvast en dat geeft onrust. Niet ingevulde tijd = kliertijd!
Daarom hieronder 4 tips, om de feestdagen wél (soort-van) gezellig door te komen:
1. Pas je aan
‘Hij moet het maar leren’ werkt nu echt niet. De feestdagen zijn een next-level uitdaging voor jouw kind; het hoogste niveau is geen goede oefensituatie. Als hij op zijn tenen loopt omdat de dagen-zonder-programma zo moeilijk zijn, kan je niet verwachten dat hij zich gaat aanpassen. Als je het gezellig wilt hebben samen, zal jíj je moeten aanpassen.
Dat betekent misschien dat je moet breken met tradities. Is ‘zo doen we het altijd’ wel een goed argument, als het altijd mis gaat met jouw kind bij een bepaalde activiteit? Bedenk voor jezelf of het mogelijk is de traditie een beetje om te buigen. En kan dat niet? Start dan een nieuwe traditie. De lockdown is een goed argument om aan te grijpen 😉
2. Maak een programma
Maak duidelijk aan je kind wat er wanneer gaat gebeuren. Dit kan je doen door een dag- of weekplanning op te hangen met picto’s.
Door de dag te plannen, dwing je jezelf een programma te maken en dus na te denken over wat jullie gaan doen. En door het programma visueel te maken, schep je de duidelijkheid waar jouw kind behoefte aan heeft. Hij kan telkens weer even op het planbord kijken om te zien wat hierna ook alweer komt.
Dit betekent natuurlijk niet dat de hele dag propvol activiteiten moet zitten. ‘Spelen’ kan ook een activiteit voor je kind zijn. Zolang je kind maar weet wat van hem verwacht wordt! En ondertussen kunnen de volwassenen even koffie drinken of met elkaar kletsen 😉
3. Zorg ook voor duidelijkheid bij het kerstdiner
Wij eten op normale dagen alleen een hoofdgerecht, jullie ook? Als je met kerst ineens 3 gangen eet zonder dat aan te kondigen, zal je kind al na het voorgerecht denken dat het klaar is en dat hij weer kan spelen. Dat geeft verwarring en onrust. Bereid hem dus goed voor op wat er gaat komen. Maak bijvoorbeeld samen menukaartjes! Wij zeggen altijd ‘we gaan vandaag 3x eten’.
Spreek duidelik af wat je van je kind verwacht tijdens het diner. De afspraken zijn waarschijnlijk voor normale dagen wel helder, maar bij het kerstdiner is ineens alles anders. De kamer ziet er anders uit, er zijn meer gangen, misschien is er bezoek. Dat maakt dat herhaling nodig is, ook van de afspraken die al bekend zijn.
Dus: moet hij de hele tijd aan tafel blijven zitten? Wat moet hij doen als het eten niet zijn smaak is? Mag hij tussendoor van tafel? En zo ja, wanneer mag dat en wat mag hij dan doen? Wel/niet gamen, buiten spelen, rennend met de Nerfs door de kamer? Het kan maar duidelijk zijn 😉
4. Geniet
Probeer te genieten. Ook als het zwaar is of niet gaat zoals je wilt. Dat genieten kan in kleine dingen zitten. Kijk maar eens bewust naar hoe je kind zijn handen beweegt. Of naar zijn eigenaardige loopje, zijn gezichtsuitdrukking. Bedenk waar je trots op bent. Alles wat je aandacht geeft, groeit. Dus door bewust stil te staan bij waar je trots op bent, dankbaar voor bent of blij mee bent, voel je je optimistischer. En een optimistische mama (of papa) kan de wereld aan!
Met bovenstaande tips kan jij de feestdagen binnenkort afstrepen van je lijstje. Zo, nailed it.
Ik wens je heel veel plezier! Laat je me weten hoe het gegaan is?